Extech EX470 Multimeter
Gebruikershandleiding voor de Extech EX470.
Was deze handleiding nuttig?
Belangrijkste specificaties
| Merk: | Extech![]() |
| Model/naam: | EX470 |
| Beschikbare talen | Nederlands |
| Product | Multimeter |
| Bestandstype |
Meer Multimeter handleidingen van Extech
De juiste handleiding niet gevonden? Bekijk dan één van de andere handleidingen.
Reacties
Er zijn momenteel nog geen vragen. Als je hulp nodig hebt met Extech, vraag het dan aan andere gebruikers. Stel hier nu je vraag.Veel gestelde vragen
Ja! De handleiding staat hierboven!
Zet de multimeter op de stand “V” voor spanning. Kies gelijkstroom (DC) voor batterijen en wisselstroom (AC) voor stopcontacten. Plaats de zwarte meetpen in de COM-ingang en de rode in VΩmA. Houd de pennen op de plus- en minpool van het circuit. Lees de waarde af op het scherm. Wees voorzichtig bij netspanning en draag bij voorkeur isolerende handschoenen.
Schakel het apparaat uit waarvan u de weerstand wilt meten. Zet de multimeter op de Ω-stand. Plaats de meetpennen aan beide kanten van het onderdeel. De waarde op het scherm toont de weerstand. Voor continuïteit kiest u het symbool met het geluidsgolfje: de multimeter piept als de verbinding goed is. Dit helpt om kabelbreuken of slechte contacten te vinden.
De letter V staat voor spanning, A voor stroom en Ω voor weerstand. Het ~-symbool betekent wisselstroom (AC), terwijl – of = gelijkstroom (DC) aanduidt. Een diode- of geluidsgolf-icoon wordt gebruikt voor continuïteits- of diodetest. Sommige multimeters hebben extra symbolen voor temperatuur of capaciteit. Begrip van deze symbolen zorgt dat u nauwkeurig en veilig kunt meten.
Om stroom (ampère) te meten, moet de multimeter in serie met het circuit worden aangesloten. Schakel het apparaat uit, verbreek de stroomkring en verbind de meetpennen ertussen. Gebruik de juiste poort (meestal 10A of mA) voor de rode pen. Schakel het apparaat weer in en lees de waarde af. Kies altijd eerst het hoogste bereik om overbelasting te voorkomen.
Slecht hechtend soldeer komt vaak door oxidatie of vuil op het oppervlak. Reinig het te solderen metaal en gebruik flux om het oppervlak vetvrij te maken. Zorg dat de soldeerpunt schoon en op temperatuur is. Een te lage temperatuur of oud soldeer kan ook slechte hechting veroorzaken. Gebruik kwalitatief soldeer en houd de tip licht vertind voor het beste resultaat.
Maak de soldeerpunt regelmatig schoon met een vochtige spons of koperen reinigingswol. Vertin de punt direct na het schoonmaken om oxidatie te voorkomen. Laat de machine niet langdurig aanstaan zonder gebruik, want dat brandt de punt aan. Vervang de soldeerpunt als hij zwart, ruw of vervormd is. Een goed onderhouden punt zorgt voor snelle, nette soldeerverbindingen.
Voor elektronica ligt de ideale temperatuur meestal tussen 320°C en 370°C. Bij hogere temperaturen verbrandt flux sneller en kan printplaatmateriaal beschadigen. Voor dikkere draden of metalen verbindingen kan een iets hogere temperatuur nodig zijn. Controleer de smelttemperatuur van uw soldeer (loodhoudend of loodvrij). Een stabiele temperatuur zorgt voor sterke, glanzende soldeerverbindingen zonder oververhitting.
Een kleine hoeveelheid rook is normaal, omdat flux verdampt bij verhitting. Overmatige rook duidt echter op te hoge temperatuur, oud soldeer of vuil op het oppervlak. Verlaag de temperatuur iets en reinig de tip. Gebruik goedgekeurde flux en ventileer de ruimte voldoende. Een afzuigsysteem of rookafzuiger helpt schadelijke dampen te verminderen en zorgt voor een gezondere werkomgeving.
Een goed gesoldeerde verbinding is glad, glanzend en kegelvormig. Er mogen geen klonten, scheurtjes of doffe plekken zichtbaar zijn. De verbinding moet stevig vastzitten zonder overmatig soldeer. Beweeg het onderdeel niet tijdens het afkoelen om scheurtjes te voorkomen. Slechte soldeerverbindingen zijn dof of korrelig en veroorzaken vaak slechte elektrische geleiding of breuken bij gebruik.
